Geloof in jezelf?

op maandag 07 januari 2019
De relatie van Bert en Inge is problematisch. Er is weinig of niets dat Bert goed kan doen in de ogen van Inge. De zoon van Bert heeft goed bedoeld en ongevraagd gemeend, dat hij het voor zijn vader moest opnemen. Resultaat: hij komt de deur niet meer in en Bert krijgt de schuld. Hij heeft zijn zoon opgezet tegen haar. Bert spartelt tegen, maar Inge stelt: “ik weet precies hoe het zit, ik laat me niet gek maken, ik geloof in mezelf”.

Je hoort te vaak de slogan: geloof in jezelf. Dit gaat steeds verder. Het geheim (the secret) is dat je denken je automatisch rijkdom, gezondheid en geluk brengt. Leuke gedachte, leuk sprookje, maar klinkklare onzin. Volgens Chesterton zitten de mensen die het meest in zichzelf geloven in het gekkenhuis. Ben je manisch depressief (bipolaire stoornis) dan leid je aan grenzeloze zelfoverschatting in je manische fase en aan grenzeloze zelfonderschatting in je depressieve fase. Een knappe persoon die dat oprechte geloof dat je alles waard bent en het oprechte geloof dat je niets waard bent, kan nuanceren. Hetzelfde geldt als je last hebt van waandenkbeelden (paranoia), iedereen zit dan volgens jou in een complot, zeker degene die niet meegaat in jouw visie. Okay, dat zijn zieke mensen zul je denken, maar verder is het toch heel aardig als iemand in zichzelf gelooft. Vergeet het! Ook zogenaamde normale mensen zie je op allerlei manieren ontsporen, omdat ze zonodig in zichzelf moeten geloven en zichzelf en hun opvattingen niet ter discussie laten stellen. Je hebt narcisten in allerlei gradaties. De narcist heeft het geweldig met zichzelf getroffen en o wee, krenk hem niet: woede en wraak, agressie en verbanning zijn je deel. Neem al die moeilijke jongens uit de geschiedenis: Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot en recent mensen als kolonel Kadaffi. Allemaal overtuigd van hun eigen gelijk. Dissidenten zijn ratten die verdelgd moeten worden. Vleiers en kritiekloze familieleden zijn de enigen die spreekrecht hebben. Democratie, inbreng van het domme volk en een grondwet staan de grote staatsman alleen maar in de weg. Zijn er dan geen sukkelaars (armen, zieken) die te weinig geloof in zichzelf hebben en zich alsmaar aan de kant laten zetten? Er zijn sukkelaars, maar dat heeft weinig met geloof in eigen kunnen van doen. De minderbedeelden, de zwakken, de zieken hebben hulp nodig. Ze hebben het moeilijk genoeg en beschuldig ze ook nog niet van geloof in eigen kunnen. Alleen degenen die een verschil ervaren tussen hoe ze zichzelf zien en hoe de omgeving op hen reageert, zijn de echte sukkelaars.

Inge voelt zich miskend, onbegrepen, niet gewaardeerd en teleurgesteld. Zij gelooft dat zij heel aardig, sympathiek, begripvol en verstandig is en dat haar omgeving dat totaal niet is, integendeel! Spreek echter haar zoon, haar collega’s, haar buren, dan hoor je een heel ander verhaal: Inge is heel gevoelig, kan geen kritiek verdragen, voelt zich vaak achtergesteld en is prikkelbaar. Ik ken mensen die niet in zichzelf geloven. Ze geloven in anderen, geloven in waarden en normen, geloven in het elan van de jeugd en in de ervaring van ouderen. Ze zijn bescheiden, kunnen goed luisteren, kunnen zichzelf wegcijferen, zijn mild en vergevingsgezind. Het zijn mensen die kunnen dienen en kunnen leiden. Ze zijn niet als de kleine zelfstandige die alles alleen maar zelf het beste kan, druk, druk, druk (zucht: "ik sta ook altijd overal alleen voor"). Ze zijn als de manager die niet zichzelf, maar anderen belangrijk maakt, die zich laat corrigeren en instrueren, die anderen laat scoren en zo in de praktijk laat zien dat geloven in jezelf onzin is. Je kunt niets uit je zelf en je bent niets uit je zelf. Degene die dat wel gelooft, heeft een enkele reis naar het gekkenhuis.

Auteur: Dr Frits Winter